Met een gezond gebit gezonder ouder worden
Investeren in een gezond gebit is belangrijker dan je denkt. Niet alleen voor een frisse adem. Er zijn ook onverwachte risico’s van slecht verzorgde tanden, zoals het erger worden van COPD of reuma.
Elke ochtend en avond twee minuten poetsen en elk half jaar naar de tandarts. Deze gewoontes worden er bij kinderen goed in gestampt, maar in de loop der jaren neemt de aandacht voor het gebit vaak af. Het is bijvoorbeeld niet voor iedereen makkelijk om de afspraken met de tandarts te regelen, merkt ouderentandarts Claar Wierink. "Op het moment dat mensen zeggen: ‘Ik sla een keertje over’, wordt het de keer erop nog lastiger om te gaan. Ook denken veel mensen wanneer ze klachten aan hun gebit hebben: het zal wel horen bij het ouder worden. Maar dat is dus niet zo."
Wierink is verbonden aan de Stichting Bijzondere Tandheelkunde (SBT), een gespecialiseerde tandheelkundige kliniek in Amsterdam. Daarnaast heeft ze een eigen praktijk in Amstelveen. Ze ziet veel oudere mensen bij wie het is misgegaan en trekt hierover aan de bel. Wierink: "Bij het ouder worden zou je júíst speciale aandacht aan de mond en het gebit moeten besteden, aangezien het risico op problemen toeneemt met de jaren. Mensen kunnen vaak minder goed poetsen, door de afnemende fijne motoriek. Medicatiegebruik heeft vaak een negatief effect op de speekselproductie. Wanneer iemand meer dan vier medicijnen gebruikt, vermindert de speekselproductie vrijwel altijd. Bij minder speeksel en een droge mond vermindert de natuurlijke bescherming van de mond. Bij vrouwen kan bovendien de speekselproductie licht achteruitgaan na de overgang, al is dat zeker niet bij iedereen het geval. In vergelijking daarmee is medicijngebruik van veel grotere invloed."
Verhoogde risico’s
Behoud van een gezond gebit draagt bij aan gezonder oud worden. Dat gaat verder dan alleen behoud van tanden en kiezen. Er is namelijk een relatie tussen chronische tandvleesontstekingen en een aantal ziekten. Zo hebben mensen met parodontitis – ernstige ontstekingen van het tandvlees – een verhoogde kans op hart- en vaatziekten. Over hoe dat precies kan, is weinig bekend. Krijg je hart- en vaatzieken door parodontitis of is het juist andersom? Of is er nog een andere factor die meespeelt? "Wat precies oorzaak en gevolg is, is onbekend", zegt Wierink. "Maar wat wel duidelijk is: als je de parodontitis gaat behandelen, neemt de kans op hart- en vaatziekten af."
Daarnaast is er een verband tussen parodontitis en diabetes. "Mensen die kampen met parodontitis hebben een één tot vijf keer verhoogd risico op diabetes. De parodontitis kan een schommelende bloedsuikerspiegel tot gevolg hebben, met alle mogelijke complicaties van diabetes. En omgekeerd hebben mensen met niet-gereguleerde diabetes juist een verhoogd risico op parodontitis." Verder hebben mensen met parodontitis en andere aandoeningen in de mond een groter risico op longontsteking. Een slecht gebit kan bovendien een negatieve invloed hebben op het verloop van reuma; reumapatiënten hebben frequenter opvlammingen. Als tandarts moet je alert zijn. "Een reumapatiënt gebruikt ook vaak ontstekingsremmers", zegt Wierink. "En soms functioneert een hand of pols minder goed, wat het poetsen zelf hindert. Hier kan een ergotherapeut een rol spelen in het aanpassen van de borstel."
Problemen voorkomen
Het verband tussen een slechte mondhygiëne en andere aandoeningen is bij veel mensen nog onvoldoende bekend, constateert Wierink. "Ook voor (huis)artsen is het vaak een eyeopener." Maar wat moet je doen om problemen voor te zijn? Voor de mensen die de meeste eigen tanden en kiezen nog hebben, is het devies: houd je gebit vooral goed schoon. Wierink: "Breng ten minste tweemaal per jaar een bezoek aan tandarts en mondhygiënist. Wees je bewust van de risico’s van bepaalde voeding, zoals suiker- en koolhydraatrijke voeding, maar ook frisdranken, zelfs de light-versie en koolzuurhoudend water, kunnen een bedreiging vormen. Wanneer je medicatie nodig hebt, is het verstandig om de effecten ervan met de dokter te bespreken. Elektrisch poetsen heeft de voorkeur, als je eraan kunt wennen."
Door ontsteking van het tandvlees kunnen er soms zogenoemde pockets ontstaan; dat zijn ruimtes tussen het tandvlees en de tanden of kiezen. "Die kun je niet goed zelf schoonmaken, dat kan alleen een mondhygiënist." De meer zichtbare veranderingen aan het gebit, zoals verkleuring en slijtage van de tanden, zijn misschien niet mooi, maar dat hoeft niet erg te zijn volgens de tandarts. "Eventueel kun je het opvullen met vulmateriaal." Last van een droge mond? "Het is van belang om je speekselklieren te stimuleren als je een droge mond hebt. Zuigen of kauwen op suikervrije kauwgom kan bijvoorbeeld helpen; neem liever géén pepermuntjes met suiker. Rauwkost eten helpt ook. Als slikken lastig gaat ten gevolge van een droge mond, dan adviseer ik weleens bij de maaltijd stukjes komkommer te eten met een beetje olijfolie. Dan kun je het voedsel beter verwerken."
Speciale tandpasta Kun je door ziekte of andere beperkingen minder goed poetsen dan voorheen? Vraag dan bij de tandarts om een advies op maat. De tandarts kan altijd schoonmaken, controleren en adviseren. Mensen kunnen ook baat hebben bij een speciale tandpasta met een extra hoge dosering fluoride. “Voor mensen die niet goed meer kunnen poetsen en dus meer cariësrisico hebben, bestaat er een nieuwe tandpasta met meer fluoride (5000 ppm) dan gebruikelijk (1450 ppm). Deze is op recept verkrijgbaar. Hiermee zijn goede resultaten geboekt; het kan het risico op wortelcariës halveren. Niet naspoelen na het poetsen, wel uitspugen – als de tandpasta een keer wordt doorgeslikt, is dat geen ramp."
Mensen die minder vitaal zijn of zorgafhankelijk, zijn het beste af met een makkelijk schoon te houden gebit. Wierink: "Bij die ouderen kiezen we soms voor een zogenoemde verkorte tandboog. Dat betekent het trekken van de achterste kiezen, die niet noodzakelijk zijn voor het kauwproces. Dat vergemakkelijkt het schoonmaken van de tanden en kiezen die makkelijker te bereiken zijn, en bevordert een schone mond." Ook wie een volledige prothese draagt, doet er goed aan deze één keer per jaar te laten nakijken.
"Al was het alleen maar omdat de kaak slinkt en de prothese dus wellicht na verloop van tijd niet optimaal past." Mensen met een natuurlijk gebit raadt Wierink aan om twee keer per jaar de tandarts te bezoeken, waarbij het voor mensen die veel medicatie gebruiken niet onverstandig zou zijn om driemaal per jaar te gaan, met name als er veel risicofactoren zijn.
Taboe op mondzorg
Wanneer je meer afhankelijk wordt van hulp- en zorgverleners, dan betekent dat niet automatisch dat de mondzorg ook voor je geregeld wordt. Vaak schiet dat erbij in. Wierink ziet het in haar praktijk: "Er heerst een taboe op mondzorg. Wanneer mensen op een bepaald moment zorgafhankelijk zijn, dan zal een thuiszorgmedewerker niet snel vragen: ‘Hebt u uw tanden gepoetst?’ Ook wanneer mensen nog thuis wonen, is er in de huiselijke kring een rem om te vragen: ‘Pa, ga jij nog wel naar de tandarts?’ Mensen kunnen de gebitsverzorging vaak niet meer zelf doen. De motoriek neemt af en soms vergeten mensen echt hun gebit te poetsen door geheugenproblemen."
De Koninklijke Nederlandse Maatschappij tot bevordering der Tandheelkunde stelt dat van 72 procent van alle nieuwe verpleeghuisbewoners de mondhygiëne matig tot slecht is en eigenlijk behandeld zou moeten worden. Bij die mensen is het gebit dus al lange tijd verwaarloosd. Onnodig, volgens Wierink. "Ik zou iedereen willen oproepen om het taboe te doorbreken en erover te praten. Je kunt elkaar aanspreken, als vrienden en familie onder elkaar, bijvoorbeeld in de trant van: ‘Goh, kom je nog bij de tandarts?’ Je kunt zo veel klachten voorkomen; het is niet nodig ermee door te lopen."
Bron: https://www.gezondheidsnet.nl/mondverzorging/investeer-in-je-mond